- Maak een databank met gegevens over personeelsleden.
- Selecteer één willekeurig cel van de databank.
- Gebruik de sneltoets CTRL * om de volledige databank te selecteren.
- Klik in het naamvak.
- Typ "personeel" welke de bereiknaam wordt voor deze databank.
- Bevestig deze naam met de "Enter"-toets.
Het is ook handig om te testen of de bereiksnaam bestaat.
- Klik ergens in het werkblad.
- Klik op het selectiepijltje van het naamvak.
- Klik op de naam "personeel".
Via "Namen beheren" kan je eigenschappen voor de bereiksnaam wijzigen.
- Klik op het tabblad "Formules".
- Klik op de opdracht "Namen beheren".
In het vak "Verwijst naar" staat momenteel een vast bereik. Dit vervangen we door de functie "Verschuiving". In een vorig item werd de syntax voor deze functie beschreven. Om deze functie hier toe te passen is het vereist om de syntax in te typen. Ik wil er ook op wijzen dat het nodig is dat het werkblad met de databank geselecteerd is. Alsook dat tijdens het typen geen pijltjestoetsen kan worden gebruikt.
- Klik in het vak "Verwijst naar".
- Verwijder de tekst in dit vak.
- Typ "=verschuiving(a1"
- Duw op de functie "F4".
- Typ ";0;0;"
- Typ "aantalarg(a:a"
- Duw op de functie "F4".
Nu komt de eigenschap Breedte voor de functie verschuiving. Bovenaan de databank zijn er titels aangebracht. Dit zijn teksten. Dus we gebruiken de functie aantalarg om te bepalen hoeveel kolomtitels er zijn.
- Typ ";aantalarg($1:$1))"
De syntax is volledig ingetypt. Vooraan het vak "Verwijst naar" staan twee pictogrammen. Het eerste is om het hetgeen werd ingetypt te verwijderen. Hierdoor keer je terug naar de oorspronkelijke inhoud. Het tweede pictogram is om de syntax te bevestigen. Het is beter om dit pictogram te gebruiken. Hierdoor wordt de syntax gecontroleerd. Indien je de knop "Sluiten" gebruikt en de syntax is niet correct, dan wordt hetgeen was ingetypt verwijderd. En dan kan je alles terug intypen.
- Klik op het pictogram met groen vinkje.
- Klik op de knop "Sluiten".
Je kan wel nog deze bereiksnaam intypen. De databank wordt dan terug geselecteerd na de enter-toets. Dit kan eventueel een controle zijn.
We kunnen ook de functie Rijen gebruiken om te testen uit hoeveel rijen de databank bestaat.
- Selecteer een cel naast de databank.
- Breng de tekst "Aantal rijen" aan gevolgd door de tabulator toets.
- Klik op het tabblad "Formules" in het lint.
- Klik op het boekje "Zoeken en verwijzen".
- Klik op de functie "Rijen".
- Duw op de functie-toets F3.
- Selecteer de naam "Personeel".
- Klik op "OK".
De bereiksnaam verschijnt in het vak "Matrix". Je kon deze naam ook intypen.
- Klik op de knop "OK".