woensdag 17 december 2014

Kringverwijzing - Functie Aantal.Als

We maken in een nieuw werkblad een databank met enkele fictieve gegevens van personen. Hierna controleren we of een gsm-nummer meer dan één keer voorkomt. We gebruiken hiervoor de functie Aantal.als. Vervolgens brengen we in deze tabel een kringverwijzing aan. We gaan na hoe we de cel met de kringverwijzing kunnen vinden.
  • Maak een nieuwe werkmap.
  • Breng een aantal titels aan.
  • Breng een aantal gegevens aan (zie voorbeeld).


In de laatste kolom passen we de functie aantal.als toe. Met deze functie willen we de dubbele gsm-nummers achterhalen.

  • Selecteer cel D2.
  • Klik op het tabblad "Formules" in het lint.
  • Klik op het boekje "Meer Functies".

  • Klik op het boekje "Meer Functies".

  • Klik op het boekje "Statistisch".
  • Klik op de functie "Aantal.Als".

Het dialoogvenster "Funtieargumenten" verschijnt. Het tekstvak "Bereik" is reeds geselecteerd.

We selecteren via een sneltoets al de gsm-nummers.
  • Klik in de cel C2.

  • Druk op de toetsen CTRL SHIFT Pijltje-naar-beneden.

We maken van het geselecteerde een vast bereik.
  • Druk op de functietoets F4.
In het bereik verschijnen dollartekens.

  • Klik in het tekstvak "Criterium".

In het tekstvak "Criterium" komt een verwijzing naar het gsm-nummer. Hierdoor kan je achterhalen hoeveel keer dit gsm-nummer voorkomt in het bereik.
  • Klik in de cel C2.

  • Klik op "OK".
Het gsm-nummer "+32 477 77 77 77" komt slechts 1 keer voor. We kopiëren nu deze formule naar de andere cellen met de vulgreep.
  • Ga met de muisaanwijzer naar het groen vierkantje rechtsonder de cel.

De muiswaanwijzer verandert in een kruisje.
  • Dubbelklik met de linkermuisknop.
De formule wordt naar beneden gekopieerd. Hierdoor zien we nu dat het gsm-nummer "+32 488 88 88 88" drie keer in de tabel voorkomt.

We brengen nu een kringverwijzing aan. We laten een cel via een formule naar zichzelf verwijzen.

  • Klik in de cel C8.

  • Druk op de toets "=".
  • Typ "C8".
  • Bevestig met de Enter-toets.
Er verschijnt een dialoogvenster met de melding dat dit een kringverwijzing is.
  • Klik op "OK".

Hoe kunnen we nu achterhalen in welke cel deze kringverwijzing staat?

We bewaren deze werkmap en geven dit de bestandsnaam "kring.xlsx". Vervolgens sluiten we dit document.

Hierna openen we terug dit document. In dit geval komt er geen melding dat er een kringverwijzing in de werkmap aanwezig is.

Via de foutcontrole kunnen we de cel bepalen waar de kringverwijzing is aangebracht.
  • Klik op het tabblad "Formules".

  • Klik op het pictogram "Foutcontrole" in de zone "Formules controleren".

  • Schuif naar "Kringverwijzingen".

Nu verschijnt de cel C8 waar een kringverwijzing is aangebracht. Je kan op hierop klikken om direct naar deze cel te gaan.

zondag 9 november 2014

Datumverschil - formuletekst

Via datumverschil kan je bepalen hoeveel dagen, maanden of jaren er tussen twee data zijn. In een werkblad zijn twee data aangebracht. We wensen op 12 september 2014 de leeftijd te achterhalen van iemand die geboren is op 21 april 1974.

  • Selecteer de cel A1.
  • Typ Geboortedatum.
  • Druk op de tabulator toets.
  • Typ 21/04/1974
  • Druk op de enter toets.
  • Typ Vandaag
  • Druk op de tabulator toets.
  • Typ 12/09/2014
  • Druk op de enter toets.
  • Typ jaren.
  • Druk op de tabulator toets.
We brengen de functie Datumverschil aan via typen.

  • Typ = datumverschil(

Deze functie heeft 3 argumenten. Het eerste argument komt overeen met de begindatum. Het tweede argument komt overeen met de eindddatum. Het derde argument is een letter. In volgende tabel staan de verschillende letters en hun betekenis. Om het aantal jaren te bekomen kan je de letter y gebruiken.


  • Klik in de cel B1.

  • Typ ;
  • Klik in de cel B2.
  • Typ ;"y")

  • Druk op de toets CTRL Enter.

Als resultaat verschijnt 40 jaar.

We wensen in de cel ernaast de formule te zien. Hiervoor gebruiken we de functie Formuletekst.
  • Selecteer de cel C3.
  • Klik op het tabblad "Formules" in het lint.
  • Klik op het boekje "Zoeken en verwijzen".
  • Klik op de functie FormuleTekst.

Het dialoogvenster "Functieargumenten" verschijnt. De cursor staat in het vak "Verwijzing". Hier komt de cel waarvoor je de formule wenst te zien.

  • Klik in de cel B3

  • Klik op "OK".

Ondertussen hebben we in de onderliggende cellen de functie datumverschil toegepast met verschillende letters voor het derde argument.

We kunnen de toegepaste functie Formuletekst naar beneden doorvoeren. Om de resultaten beter te begrijpen is de geboortedatum gewijzigd naar 21 april 2014.

woensdag 8 oktober 2014

Functie Kleinste

In een werkblad zijn de tijden genoteerd voor een wedstrijd triathlon voor de verschillende athleten. We wensen de tweede beste tijd te bekomen voor het lopen. We kunnen hiervoor de functie Kleinste in de categorie statistiek gebruiken. We selecteren eerst de databank met de gegevens en kennen bereiksnamen toe. Enkel de hoofdtitel in cel A1 wordt niet geselecteerd. De bereiksnamen worden de kolomtitels.

  • Selecteer de cel "A2" van de tabel.
  • Gebruik de sneltoets CTRL SHIFT Pijltje naar beneden.
  • Gebruik de sneltoets CTRL SHIFT Pijltje naar rechts.

  • Klik op het tabblad "Formules".
  • Klik op de opdracht "Maken o.b.v. selectie.

Het dialoogvenster "Namen maken van selectie" verschijnt. De vakjes "Bovenste rij" en "Linkerkolom" zijn geselecteerd. De kolomtitels worden de bereiksnamen. Deze titels staan in de Bovenste rij.

  • Klik op het vakje "Linkerkolom".
  • Klik op "OK".
We controleren de toegekende bereiksnamen via het naamvak.

  • Klik op het pijltje van het naamvak.

We wensen nu in het werkblad de tweede beste tijd voor het lopen te achterhalen. We brengen een tekst aan in een cel.
  • Klik in cel "H4".
  • Typ "2de kleinste tijd lopen" gevolgd door de tabulator-toets.

Met de functie "Kleinste" kunnen we de tweede beste tijd voor het lopen achterhalen. In ons geval is in het lint het tabblad "Formules" reeds geselecteerd.
  • Klik op het boekje "Meer functies".
  • Klik op het boekje "Statistisch".
  • Klik op de functie "Kleinste".

Het dialoogvenster "Functieargumenten" verschijnt. Het tekstvak "Matrix" is reeds geselecteerd. Hier komt de bereiksnaam "Lopen". Deze naam kunnen we bekomen via de toets "F3". Je kan deze naam ook in dit vak typen.

  • Druk op de functietoets "F3".

Het dialoogvenster "Namen plakken" verschijnt.
  • Selecteer de naam "Lopen".
  • Klik op "OK".

De bereiksnaam "Lopen" verschijnt in het vak "Matrix".
We bepalen vervolgens het tweede argument "K". Hier kunnen we bepalen welke waarde we wensen op te halen uit de gegevens voor het bereik "Lopen". We wensen de tweede beste tijd. Dus K wordt het getal 2.

  • Selecteer het tekstvak "K".

  • Typ 2.
  • Klik op "OK".

De tweede beste tijd verschijnt in de geselecteerde cel. Echter is de notatie is nog "standaard". We wijzigen dit in de tijdsnotatie.

  • Klik op het tabblad "Start" in het lint.
  • Klik op het pijltje van de "Getalnotatie" in de zone "Getal".
  • Klik op "Tijd".

De cel heeft nu de juiste notatie om tijd weer te geven. Om te controleren of dit de tweede beste tijd is, gaan we de tabel sorteren.

  • Selecteer een willekeurige cel in het bereik "Lopen".

  • Klik op het tabblad "Gegevens" in het lint.
  • Klik op "Sorteren van laag naar hoog".

We zien dat de tweede beste looptijd overeenkomt met die van de athleet "Bertels".